30 januari 2015

RESULTATEN: waar heeft de PvdA zekerheden geboden?

Vaak krijgen we de vraag wat de PvdA in Den Haag nou precies voor elkaar heeft weten te krijgen, hierbij een uitgebreide opsomming van de resultaten die sinds de verkiezingen van september 2012 zijn geboekt:

Wij maakten de verzorgingsstaat toekomstbestendig op een zo sociaal mogelijke manier

  • De verzorgingsstaat stond onder druk. Daarom waren een aantal veranderingen noodzakelijk om onze verzorgingsstaat toekomstbestendig te maken, zodat ook de volgende generaties op goed onderwijs, zorg en sociale zekerheid kunnen rekenen.
  • Waar de veranderingen te hard dreigden uit te pakken hebben we ingegrepen. De bezuinigingen in de zorg (huishoudelijke hulp, dagbesteding) zijn bijvoorbeeld verzacht. (We geven overigens nog steeds meer geld uit aan zorg. We perken de geplande stijging van de zorguitgaven wat in, maar aan het einde van deze kabinetsperiode geven we in totaal 5 miljard euro meer uit aan zorg dan aan we aan het begin deden. En voor de langdurige zorg geldt dat we in 2017 net als in 2012 27,5 mld besteden.)

Wij hebben stappen gezet richting een meer zorgzame samenleving

  • Zorg is mensenwerk. De wijkverpleegkundige wordt weer de spil voor de zorg in de wijk in plaats van bureaucratisch instanties. Dit maakt een einde aan de stop-watch zorg en wordt niet meer van bovenaf opgelegd hoeveel minuten zij aan een patiënt mogen besteden. De zorg door de wijkverpleegkundige is nu een gelijk recht is voor iedereen. Zo kunnen we de wens van mensen om zo lang mogelijk thuis te wonen dichterbij brengen.
  • De wijkverpleegkundige valt niet onder het eigen risico. Ook wordt er geen eigen bijdrage voor verpleging en verzorging meer gevraagd. Dit scheelt veel ouderen en gehandicapten honderden euro’s per jaar.
  • Met extra geld voor huishoudelijke hulp hebben we zoveel mogelijk banen behouden. 19 duizend huishoudelijke hulpen kunnen langer hun baan behouden en oneigenlijke alfahulpconstructies worden zo tegengegaan. Bijna alle gemeenten (98%) maken gebruik van de nieuwe huishoudelijke hulptoelage.
  • Mensen willen zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven wonen. Voor wie zware zorg thuis wil krijgen moet dit ook mogelijk zijn, maar voor wie naar een zorginstelling wil moet er altijd plek zijn. We zijn de kwaliteit van deze zorg aan het verbeteren. En we geven mensen de zekerheid dat wie nu in een zorginstelling woont nooit op straat komt te staan, ook als er helaas verhuist moet worden.
  • Kinderen die dat nodig hebben moeten zo snel mogelijk de juiste hulp krijgen. Ouders en kinderen in de problemen kregen vaak wel 10 hulpverleners over de vloer en hadden een dagtaak aan het managen hiervan. Door te zorgen dat er niet 10 maar één hulpverlener over vloer komt kunnen die kinderen en ouders direct de hulp krijgen die zij nodig hebben.
  • Arbeid en zorg. Verder bevorderen we dat mensen niet leven om te werken, maar ook nog kunnen leven naast hun werk. Zo geven we meer ruimte om arbeidstijden aan te passen aan het drukke gezin- of privéleven, halen we werkstress uit de taboesfeer en worden verlofregelingen gemoderniseerd. Het wordt mogelijk om voor buren en goede bekenden te zorgen in plaats van alleen eerstegraads familieleden. Daarnaast krijgen vaders meer mogelijkheden om verlof op te nemen na de geboorte van hun kind.
  • Met de zogenaamde ‘twee-daken-regeling’ bieden we duidelijkheid aan ouderen met een eigen woning die regelmatig van huis zijn. Zij worden niet meer gekort op de AOW als ze veel tijd doorbrengen bij familie, vrienden of mantelzorg.

 Een samenleving waar goed werk, met een vast contract en een fatsoenlijk salaris weer het uitgangspunt is

  •  Steeds meer mensen hebben een flexibel contract. Ook zij hebben recht op zekerheden. Flexwerk mag geen wegwerparbeid worden. Daarom verbeteren we de positie van flexwerkers zodat ze sneller doorstromen naar een vaste baan en we verbeteren hun rechten t.o.v. werkgevers. Dit is ons gelukt zonder de valse uitruil dat de positie van flexwerkers alleen verbeterd kan worden ten koste van de middenklasse.
  • Iedereen verdient een eerlijke bescherming tegen ontslag. Het ontslagrecht maken we eerlijker en eenvoudiger. We behouden de preventieve bescherming tegen willekeur, realiseren gelijke behandeling tussen werknemers als het gaat om ontslagvergoedingen en maken het aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen door de ontslagvergoedingen te matigen. Dit is niet alleen goed voor bouwvakkers, mensen in de zorg en het onderwijs maar ook voor werkgevers.
  • Goed opgeleid personeel is onmisbaar voor elke onderneming. Een goede werkgever investeert in zijn personeel. We zetten werkgevers hiertoe aan met de scholingsplicht in de wet werk en zekerheid en scholingskosten kunnen worden afgetrokken van de ontslagvergoeding. Dit maakt het voor werkgevers financieel aantrekkelijk om te investeren en zijn werknemers beter voorbereid bij evt ontslag. Dat draagt bij aan ‘transities van-werk-naar-werk’ en uiteindelijk werkzekerheid.
  • Tegen de politieke correctheid in ageren we tegen de verdringing op de arbeidsmarkt door arbeidsmigranten met als doel het bestrijden van uitbuiting van de onderkant en bescherming van werkende middenklasse. Dit doen we onder andere door schijnconstructies aan te pakken. Werkgevers die cao-loon, het wettelijk minimumloon of werknemerspremies ontduiken om zo goedkoper te zijn dan een concurrent worden het leven moeilijk gemaakt. Gelijk loon voor gelijk werk. Zo zorgen we ervoor dat werknemers, ook als ze bij een onderaannemer werken, altijd het cao-loon krijgen doordat we de opdrachtgever hiervoor aansprakelijk maken. En we belonen werkgevers die zich goed gedragen, omdat zij geen valse concurrentie meer zullen ervaren van collega’s die de regels ontwijken of ontduiken.
  • De werkloosheid daalt, maar is nog steeds veel te hoog. De bestrijding van werkloosheid is topprioriteit. Om de werkloosheid te bestrijden werken we samen met werkgevers en werknemers in de sectoren (Sectorplannen) om jongeren aan een kans te helpen, mensen om- of bij te scholen voor een evt nieuwe baan hun baan of juist om hun baan te behouden. Specifiek voor jongeren kiezen we ervoor om hen of op school te laten doorleren, school-ex e.d., of aan de slag te laten gaan bij een werkgever op basis van een leerwerkbaan of bijvoorbeeld startersbeurs.
  • We hebben de ‘brug-ww’ geïntroduceerd waarmee de werkzoekende voor de uren dat hij werkt salaris krijgt en voor de uren waarin hij wordt omgeschoold wordt betaald vanuit de WW. Daardoor is het voor werkgevers goedkoper om zo iemand in dienst te nemen en krijgen mensen meer kans op nieuw werk.
  • Schoonmakers horen gewoon bij het bedrijf waar ze schoonmaken. De overheid geeft het goede voorbeeld. Goed werk voor de schoonmakers, door ze weer in dienst te nemen bij het Rijk.
  • We zorgen voor echte banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Er komen 125 duizend extra arbeidsplekken voor mensen met een beperking bij de overheid en in het bedrijfsleven. En dankzij de introductie van de loonkostensubsidie verdienen arbeidsgehandicapten minstens het minimumloon en krijgen recht op de voorwaarden die gelden onder het cao zoals pensioenopbouw.
  • Bedrijven moeten een boete gaan betalen als ze geen mensen met een arbeidbeperking in dienst nemen. Deze stok achter de deur is nodig om bedrijven te dwingen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te pakken en de inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen dichterbij te brengen.
  • De beste kans voor mensen om uit de armoede te komen is werk. We maken veel werk van onze export. Dat zorgt voor meer banen hier en meer banen in andere landen.
  • En we zetten in op eerlijk werk voor iedereen, of je nu in Nederland woont of babykleertjes zit te naaien in Bangladesh in een onveilige fabriek. Mensen moeten erop kunnen gaan vertrouwen dat hun kleren eerlijk gemaakt zijn.

 Waar we de talenten van mensen zoveel mogelijk benutten en stimuleren

  •  We zorgen voor een enorme investering in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Met het studievoorschot wordt structureel 1 miljard extra vrijgespeeld dat onder meer zal worden gebruikt voor betere docenten en meer persoonlijke aandacht voor studenten. Zodat het onderwijs van nu en van de toekomst nog beter wordt. Voor studenten met ouders met lagere inkomens (tot circa €46.000) wordt de aanvullende beurs verhoogd met ruim €100 per maand.
  • Kinderen verdienen de best mogelijke start op het basisonderwijs. Daarom verbeteren we de kwaliteit op de kinderopvang. Het moet niet uitmaken of je op een peuterspeelzaal hebt gezeten of op de kinderopvang. Kwaliteitsverschillen worden weggenomen en naar een hoger plan getild. Daarnaast hebben we reeks aan bezuinigingen op de kinderopvang van voorgaande kabinetten stopgezet en juist weer geïnvesteerd in de kinderopvang.
  • We zetten vakmanschap in het MBO weer centraal. Mbo-instellingen moeten innovatiever, kleinschaliger en meer op de regio georganiseerd onderwijs aanbieden, zodat meer jongeren met overtuiging kiezen voor een beroepsopleiding. Zo leiden we de vakmannen en vakvrouwen voor de toekomst op. Met het Regionaal investeringsfonds zorgen we dat bedrijven jongeren uit het MBO aan een baan helpen die bij hen past.
  • Met een plan van aanpak kwetsbare jongeren zorgen we dat jongeren die het om wat voor reden dan ook net iets moeilijker hebben ook gewoon een opleiding krijgen die bij hen past. En afmaken, want we gaan ook uitval in het onderwijs verder tegen zodat jongeren niet zonder diploma de school verlaten.
  • De leraren krijgen er weer salaris bij omdat we een einde aan de 0-lijn hebben gemaakt. Er komen 3000 extra jonge leraren bij door het onderwijspact. En met de hogere kennis – en geschiktheidseisen zorgen we dat leerlingen kunnen vertrouwen op de beste leraren voor de klas.
  • Cultuur is er niet voor de elite, maar voor iedereen. We zorgen dat cultuur voor iedereen is en blijft. Bijvoorbeeld door muziekles weer voor alle kinderen binnen handbereik te brengen.
  • Minderjarige MBO studenten krijgen voortaan een OV jaarkaart. Deze studenten zijn vaak rond de 16 jaar. Geen OV zou inhouden dat ze twee jaar lang uit eigen zak de reiskosten moeten betalen. Dankzij de OV kaart wordt een goede studiekeuze niet belemmerd.

 Waar goed wonen voor iedereen bereikbaar is

  •  Nu er duidelijkheid is over de hypotheekrenteaftrek is de rust op de woningmarkt Langzaam bouwen we de aftrek om naar een eerlijke aftrek die voor iedereen gelijk is. Van een subsidie voor rijken naar een stimulans voor woningbezit. (Het grootste deel van de hypotheekrenteaftrek kwam terecht bij de hoogste inkomens: de helft ging naar de 20% hoogste inkomens. Bij de start van deze kabinetsperiode gaven we aan de hypotheekrenteaftrek bijna net zoveel uit als aan het basisonderwijs: 10 miljard euro. Dat brengen we in 30 jaar met meer dan 5 miljard terug. Het geld dat vrij komt gebruiken we grotendeels (ongeveer 4 miljard) om de belastingen voor de lage en middeninkomens (circa 20-60.000 euro per jaar) te verlagen.
  • Het recht op een goede woning mag niet afhankelijk zijn van je inkomen. Lage middeninkomens dreigen tussen wal en schip te vallen, omdat ze geen aanspraak maken op een sociale huurwoning en een koopwoning vaak te duur is. De inkomensgrens sociale huurwoningen wordt daarom tijdelijk verhoogd. Zij nu krijgen eerder kans op een woning (34.000-38.000, prijspeil 2012). In 2015 betekent dit dat je met een inkomen tot 40.0000 een sociale huurwoning mag gaan huren.
  • De afgelopen twee jaar hebben we voorkomen dat er bezuinigd werd op de huurtoeslag. Wonen blijft voor de lagere inkomens betaalbaar, omdat we voor hen de huurstijging compenseren met de huurtoeslag. (Deze kabinetsperiode stijgen de uitgaven aan huurtoeslag van 2,8 miljard naar 3,8 miljard.)
  • Een groot deel van de woonlasten zit in de energierekening. Minder energieverbruik is dus niet alleen goed voor milieu maar ook voor de portemonnee van mensen. Hier is nog veel winst te halen. Daarom zet dit kabinet nu in op grootschalige energiebesparing, met een investering van bijna 1 miljard euro samen met de banken in energiebesparing van woningen.

We zorgden voor een eerlijkere inkomensverdeling

  • Sterkste schouders, zwaarste lasten: Hogere inkomens leveren vanaf dit jaar een extra bijdrage via de belastingen, terwijl lagere inkomens juist wat minder gaan betalen. Hadden inkomens vanaf meer dan een ton in 2013 nog recht op 2550 euro aan kortingen, in 2017 brengen we dat terug naar nog geen 1000 euro. Met andere woorden: de allerhoogste inkomens (vanaf 4x modaal) dragen met dit kabinet meer dan 1500 euro netto extra bij aan onze verzorgingsstaat.
  • De fiscale aftrek van pensioenpremies is bedoeld om iedereen in staat te stellen een goed pensioen op te bouwen. Pensioenpremies boven een ton worden niet langer fiscaal gesubsidieerd.
  • 2014 was een moeilijk jaar zeker voor mensen met een laag inkomen. Vorig jaar hebben deze mensen daarom een extraatje (70-100 euro) gekregen die zij goed konden gebruiken.
  • Er komt jaarlijks 100 miljoen extra ter beschikking voor de bestrijding van armoede en voor schuldhulpverlening. Daarnaast zorgen we er voor dat mensen met schulden niet in een uitzichtloze situatie belanden en volledig worden uitgekleed, door de regels rond het deel van het inkomen waarop geen beslag mag worden gelegd te versterken.
  • Alleenstaande ouders met minimumloon gaan er dit jaar zo een 10% op vooruit. Voor hen gaat werken meer lonen.
  • Mensen met een onvolledige AOW en bijna geen eigen pensioen gaan er volgend jaar flink op vooruit (AIO).
  • Er komen nieuwe pensioenregels die zorgen voor een eerlijke verdeling tussen de ouderen van nu en de ouderen van de toekomst. Grote kortingen voor gepensioneerden worden voorkomen.

 We riepen de vermarkting van onze publieke diensten een halt toe

  •  De salarissen van bestuurders in de publieke sector zijn de afgelopen jaren de pan uit gerezen. Daar hebben we een einde aan gemaakt. Een ministersalaris is een prima salaris voor een bestuurder in de publieke en semipublieke sector. We hebben een nieuwe wet die het verbiedt om meer te verdienen dan een ministersalaris. Zo voorkomen we verspilling van ons belastinggeld geld en weren we de cowboys die vooral geld willen verdienen in onze publieke sector.
  • Openbaar vervoer is een publiek belang. We laten het treinvervoer dus niet aan de vrije markt, maar gunnen het voor tien jaar aan de NS zodat we invloed houden op prijs en kwaliteit. Ook in de grote steden hoeft het openbaar vervoer niet aanbesteed te worden, maar kunnen de gemeentelijke vervoersbedrijven het OV blijven verzorgen.

 En zorgden voor een financiële sector die dienstbaar is aan mensen

  •  Onverantwoordelijk gedrag van de financiële sector heeft overheden en mensen veel gekost. Niet alleen banken moesten worden gered, maar ook de economie werd hard geraakt. Dat nooit meer.
  • Met de bankenunie wordt bijgedragen aan het doorknippen van de link tussen banken en nationale overheden. Niet de belastingbetaler maar de belegger zal dan opdraaien voor de kosten.
  • Met de bankenvisie werken we aan een integere en betrouwbare financiële sector die de klant weer centraal stelt en met hogere kapitaaleisen zorgen we voor minder risico’s voor de belastingbetaler.
  • Met de Bonuswet financiële ondernemingen worden financiële instellingen, zoals banken en verzekeraars, binnenkort verplicht tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid. Bonussen mogen niet hoger zijn dan 20% van het jaarsalaris, de strengste bonuswetgeving van Europa. Perverse beloningsprikkels en excessieve beloningen worden daarmee aan banden gelegd.

We bekommerden ons om de wereld en toekomstige generaties

  • Met het kinderpardon mogen al bijna 900 kinderen in Nederland blijven met hun families. Eindelijk zekerheid voor hen en voor hun families dat zij in Nederland aan een toekomst mogen bouwen.
  • We willen dat mensen ergens veilig naar toe kunnen als hun thuis dat niet is. Daarom helpen we vluchtelingen. Of het nu hier is of aan de grenzen in Syrië.
  • Het klimaatprobleem is een solidariteitsvraagstuk; voor de PvdA is het niet te verkroppen dat je rijkdom bepaalt of je veilig woont. We houden de Nederlandse ambitie hoog als het gaat om het oplossen van het klimaatprobleem voor de generaties na ons. Investeringen in duurzame energie komen eindelijk van de grond. Met het energieakkoord sluiten we oude kolencentrales en verviervoudigen we het percentage duurzame energie binnen tien jaar, een ongekende omwenteling. Van een armzalige 4% van het totale energieverbruik nu, naar 16% in 2023.
  • We beschermen de natuur maar zorgen ook dat mensen er van kunnen genieten. Er is 200 miljoen extra gekomen voor natuur. De privatisering en verkoop van grote gebieden van Staatsbosbeheer zijn van de baan. En er is een natuurpact gesloten met de provincies met afspraken over beheer en realisatie van het natuurnetwerk dat bestaat uit vele beschermde gebieden in Nederland. Sinds januari 2013 zijn 92 Natura2000 gebieden versneld aangewezen.
  • Voorzichtige maar belangrijke omslag richting een minder intensieve landbouw met meer oog voor milieu, mens en dier .(Bijvoorbeeld: verminderen ingrepen bij koeien, varkens, kippen etc.

Gaven zeggenschap terug aan mensen zelf

  • Nog te vaak wordt er besloten over buurten zonder dat de bewoners het gevoel hebben betrokken te zijn. We vinden het belangrijk dat naast de formele democratie mensen ook via andere wegen invloed kunnen hebben. We maken referenda mogelijk maar steunen ook participatieve initiatieven van de Doe-Democratie. Mensen die dat willen moeten zeggenschap krijgen over hun buurt.
  • Woningbouwcorporaties worden weer dienstbaar aan de samenleving. Gemeenten en huurders krijgen het veel meer voor het zeggen en kunnen veranderingen bij corporaties gaan afdwingen omdat ze veel meer bevoegdheden krijgen. Denk dan aan bindende afspraken over de te bouwen/ slopen woningen, huurhoogte, energiebesparing, etc.