Landbouw en de herverkaveling van beleid

21 december 2022

Zaterdag 10 december 2022. Buiten was het fris en mistig. Terwijl verderop in Sport en Cultuur Centrum De Hege Fonnen in Joure, de toekomstige generatie zich vol overgave op een turnwedstrijd stortte, brak ons gezelschap zich het hoofd over de toekomst van de landbouw. Statenlid Hetty Janssen, tevens kersvers kandidaat Eerste Kamerlid, vertegenwoordigde het provinciale perspectief. Via een online verbinding sloot Kamerlid Joris Thijssen aan om de landelijke discussies te schetsen. En in de zaal lokale raadsleden, PvdA-leden en belangstellenden.

Het landbouwbeleid staat hoog op de agenda van de drie aanwezige bestuurslagen. En dan ontbrak er nog een vertegenwoordiger van het Europese perspectief. Gelukkig wordt in vrijwel ieder gesprek over landbouwbeleid de naam van Sicco Mansholt genoemd. Ruim zestig jaar geleden ging hij als Eurocommissaris aan de slag om het gemeenschappelijke landbouwbeleid vorm te geven. Een grote inspanning om tot zowel voedselzekerheid als bestaanszekerheid voor de sector te komen. Toch kwam ook Mansholt in de loop der jaren tot de conclusie, mede onder invloed van De Club van Rome, dat veel grote vraagstukken met elkaar verbonden zijn: voeding, bevolkingsgroei, schaarste van grondstoffen, en de kwaliteit van natuur en ecologie. En dat het daarom “vrijwel onmogelijk is op een punt, een enkel punt, iets te verbeteren zonder dat je het op andere punten erger maakt.”

De puzzel is niet eenvoudiger geworden, getuige de presentatie van Hetty Janssen. Het aantal boerenbedrijven is in Nederland weliswaar afgenomen, maar het aantal dieren per bedrijf is steeds verder toegenomen. In Fryslân is naar verhouding vooral het aantal geiten aanzienlijk gegroeid in de afgelopen 20 jaar. En hoewel de landbouw in diezelfde periode een reductie van fosfaatuitscheiding heeft gerealiseerd, is de stikstofuitstoot na een dip rond 2012, nu weer rond hetzelfde niveau als in 2000. Joris Thijssen was vrij duidelijk in zijn bijdrage: “Nederland zit op slot. Zelfs bedrijven die willen investeren in vergroening en verduurzaming kunnen niks doen, zolang we de stikstofcrisis niet stevig aanpassen. We hebben het te lang op zijn beloop gelaten, en de consequentie is dat je nu harde maatregelen moet nemen.”

Bemiddelaar Remkes stelde al dat alle relevante sectoren een bijdrage moeten leveren aan de oplossing van het stikstofvraagstuk. Maar wie naar de statistieken kijkt, kan er niet omheen dat er veel zal moeten gebeuren in de landbouw. Bestaande bedrijven zullen moeten extensiveren en soms naar een andere mix van activiteiten – waaronder de zogenaamde blauwe en groene diensten – moeten komen. Maar er zullen ook bedrijven verplaatst moeten worden.

Op een gegeven moment nam agrarisch ondernemer Cok Schep het woord. Hij vroeg aandacht voor de noodzaak om boeren een toekomstperspectief te bieden, en niet alleen over hen te spreken, maar juist met hen. In reactie op dit pleidooi reageerde Kamerlid Thijssen dat hij als geen ander oog heeft voor hoe heftig deze tijd is voor boeren en dat het juist de uitdaging is om met elkaar zo snel mogelijk tot een pakket aan maatregelen te komen die zowel perspectief als verbetering van natuur en milieu opleveren. “Zo lang maar helder is dat de problemen evident zijn. De wetenschap is glashelder. Daar hoeven we geen discussie over te voeren. We moeten iets doen. Dat zijn we verplicht aan de toekomstige generaties”.