Mensenrechten is een werkwoord

9 december 2022

Op 10 december is het de Internationale Dag van de Mensenrechten. Een goed moment om de vlag van de mensenrechten bij het gemeentehuis in Joure te hijsen.

Na de Tweede Wereldoorlog, toen de (niet te bevatten) omvang van de vernietiging duidelijk werd, heerste er een sterk gevoel van, ‘dit mag nooit meer gebeuren’. Daarom werden in 1945 de Verenigde Naties opgericht en onder leiding van Eleanor Roosevelt werden de universele rechten voor de mens geschreven. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) werd in 1948 vastgesteld. Later zijn daar nog andere verdragen aan toegevoegd.

We zijn nu 75 jaar verder en nog steeds staan de rechten voor de mens onder druk. Bijvoorbeeld in Quatar waar het WK voetbal is betaald met de levens van arbeidsmigranten. Dichterbij, in Oekraïne, waar in maart van dit jaar de Russen binnenvielen. Miljoenen burgers sloegen op de vlucht en de achterblijvers zien een zware winter tegemoet met te weinig elektriciteit, warmte en voedsel. Ik hou mijn hart vast.

Ook in ons eigen land staan de mensenrechten niet altijd voorop. Denk bijvoorbeeld aan het toeslagenschandaal of vluchtelingen die buiten moeten slapen omdat we maar niet in staat lijken te zijn om fatsoenlijke opvang te regelen.

In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, met de verschrikkingen nog scherp op het netvlies, was de eensgezindheid over de rechten van de mens groot. De afspraken kwamen tot stand in een groot besef van hoe wreed mensen kunnen zijn als de omstandigheden dat toelaten. Na een lange periode van relatieve rust is de herinnering aan de oorlog minder sterk. Mensenrechten lijken vanzelfsprekend te zijn. Maar voorbeelden ver weg en dichterbij bewijzen dat niets vanzelfsprekend is.

‘Mensenrechten’ is wat mij betreft een werkwoord. ‘Mensenrechten’ betekent: herinneren, beseffen, reflecteren en handelen! Daarom hijs ik die vlag!