Vragen over de zandwinning

13 april 2019

Naar aanleiding van de Leeuwarder courant van 12 april heeft Wietze de Haan van de PvdA de volgende vragen gesteld aan het college.

Inleiding

In een artikel in de Leeuwarder Courant vandaag 12 april 2019 (pagina 2), met de kop “Zandwinner Smals eist voorrang bij Raad van State, staat het volgende citaat:

Hoewel expliciet in de zandwinningsovereenkomst werd vastgelegd dat de gemeente jegens Smals “nimmer aansprakelijk kan zijn als het bestemmingsplan niet wordt herzien” is De Fryske Marren bereid tot overleg.

Duidelijk is dat de Raad zich op 13 februari jl. nadrukkelijk heeft uitgesproken tegen aanpassing van het bestemmingsplan en geen zandwinning mogelijk wil maken vanuit het IJsselmeer.

In dat licht leven er bij de fractie van de PvdA DFM de navolgende vragen:

1) Wat wordt naar Uw oordeel in genoemd artikel bedoeld met de zinsnede dat “De Fryske Marren bereid is tot overleg?”

2) Indien deze berichtgeving klopt, waaruit bestaat uwerzijds dan de bereidheid tot overleg met Koninklijke Smals BV?

3) Bent U met ons van mening dat een dergelijke bereidheid tot overleg, wellicht onbedoeld, verwachtingen kan wekken?

4) Is het College van de gemeente De Fryske Marren voldoende overtuigd van het feit dat de Raad van de gemeente een duidelijk Nee tegen de zandwinning heeft uitgesproken en dat deze uitspraak leidend moet zijn in het
afwikkelen van de te volgen procedures?

5) De PvdA-fractie DFM vindt het storend uit de krant te moeten vernemen dat indien bovengenoemde informatie juist is en er bereidheid tot overleg zou zijn, het via een nieuwsmedium te moeten vernemen. Wat is Uw reactie tav. genoemd artikel?